Niet iedereen heeft stijl... maar eurobiljetten wel!
Door onze verslaggever June van Hooff
HEERHUGOWAARD –
In de 20e eeuw had men in Nederland de gulden (NLG) als betaalmiddel en
waren de begrippen 'zonnebloem' (NLG 50) of 'vuurtoren' (NLG 250) bij iedereen
bekend. Aan de heldere kleuren en grootte van het biljet herkende men de waarde
van het biljet. In 2001 werden de euromunten en biljetten in Europa
gelanceerd.
In 1992 op een bijeenkomst in Frankfurt begon een groep
van 45 ontwerpers, met de voorbereidingen voor het ontwerp van de
eurobankbiljetten. Deze ontwerpers moesten zich houden aan bepaalde
verwachtingen; de biljetten moesten de Europese waarden, samenwerking en
openheid uitdrukken.
Er werden een aantal thema's voorgesteld, waaronder: ‘Abstract/modern’ , ‘Tijdperken en stijlen van Europa’, en
‘Europees erfgoed’. Uiteindelijk werd er vijf jaar later gekozen voor
‘Tijdperken en stijlen van
Europa’.
Bij het thema ‘Tijdperken en stijlen
van Europa’ moesten de ontwerpers een
historische periode afbeelden door middel van een bepaald architectuur kenmerk.
De biljetten dienden te voldoen aan de kenmerken 'samenwerking' en 'openheid'
binnen Europa. Ook moesten de ontwerpers er rekening mee houden dat elk 'euroland'
zich in het ontwerp zou kunnen vinden.
Voor het
ontwerp van de bankbiljetten werd gekozen voor niet bestaande monumenten,
namelijk poorten, deuren en bruggen. Op de voorkant van de zeven verschillende
soorten eurobiljetten staat een poort of een deur afgebeeld. Deze poort of deur,
staat voor de openheid in Europa. De bruggen op de achterkant van het
biljet staan symbool voor de samenwerking tussen de mensen in Europa en
mensen over de hele wereld.
De stijlen van
de biljetten zijn gebaseerd op de zeven perioden in de cultuurgeschiedenis van
Europa, te weten:
Klassiek voor het
biljet van € 5,
Romaans voor €
10,
Gotisch voor €
20,
Renaissance voor €
50,
Barok & Rococo
voor het biljet van € 100,
het
tijdperk van IJzer & Glas voor €
200
en voor het
biljet van € 500 de Moderne Architectuur van de 20e
eeuw.
Naast de
eerder genoemde symbolen en stijlen, verschilt ook elk biljet in kleur en
grootte. Hoe hoger de waarde, hoe groter het
biljet.
Ook heeft elk biljet een andere kleur: grijs voor het €
5 biljet, rood
voor het € 10 biljet, blauw
voor het €20 biljet , voor het € 50 biljet oranje, voor het
biljet van € 100 werd er gekozen voor groen, voor het €
200 biljet de geel-bruine
kleur en voor het biljet van € 500 paars.
Het is de
bedoeling dat om de zeven à acht jaar een nieuwe serie bankbiljetten verschijnt.
Op het moment, wordt er gewerkt aan de nieuwe serie biljetten. Het wordt een
herontwerp van de eerste serie. Het thema ‘bruggen en poorten’ blijft hetzelfde,
even als de kleuren, maar toch zal iedereen in één oogopslag zien dat het om een
nieuwe serie biljetten gaat.
Bij het
ontwerpen van de biljetten wordt goed rekening gehouden met de
gebruikersvriendelijkheid, of de biljetten langer schoon blijven en natuurlijk
de echtheidskenmerken. Extra aandacht is gegeven aan de blinden en de
slechtzienden, zodat zij de biljetten ook goed kunnen
herkennen.
Voor de nieuwe
serie biljetten geldt dat er verbeterde productietechnieken en materialen worden
gebruikt, dit is om de biljetten beter te beschermen tegen namaak. Deze nieuwste
serie van de biljetten zal binnen 2 en 4 jaar snel in Europa
verschijnen.
Neemt
u na het lezen van dit artikel eens de moeite om een eurobiljet nader te
bekijken, want het wordt makkelijker uitgeven dan de tijd dat het nodig was om
de biljetten te ontwerpen.
In de 20e eeuw had men in Nederland de gulden (NLG) als betaalmiddel en
waren de begrippen 'zonnebloem' (NLG 50) of 'vuurtoren' (NLG 250) bij iedereen
bekend. Aan de heldere kleuren en grootte van het biljet herkende men de waarde
van het biljet. In 2001 werden de euromunten en biljetten in Europa
gelanceerd.
In 1992 op een bijeenkomst in Frankfurt begon een groep
van 45 ontwerpers, met de voorbereidingen voor het ontwerp van de
eurobankbiljetten. Deze ontwerpers moesten zich houden aan bepaalde
verwachtingen; de biljetten moesten de Europese waarden, samenwerking en
openheid uitdrukken.
Er werden een aantal thema's voorgesteld, waaronder: ‘Abstract/modern’ , ‘Tijdperken en stijlen van Europa’, en
‘Europees erfgoed’. Uiteindelijk werd er vijf jaar later gekozen voor
‘Tijdperken en stijlen van
Europa’.
Bij het thema ‘Tijdperken en stijlen
van Europa’ moesten de ontwerpers een
historische periode afbeelden door middel van een bepaald architectuur kenmerk.
De biljetten dienden te voldoen aan de kenmerken 'samenwerking' en 'openheid'
binnen Europa. Ook moesten de ontwerpers er rekening mee houden dat elk 'euroland'
zich in het ontwerp zou kunnen vinden.
Voor het
ontwerp van de bankbiljetten werd gekozen voor niet bestaande monumenten,
namelijk poorten, deuren en bruggen. Op de voorkant van de zeven verschillende
soorten eurobiljetten staat een poort of een deur afgebeeld. Deze poort of deur,
staat voor de openheid in Europa. De bruggen op de achterkant van het
biljet staan symbool voor de samenwerking tussen de mensen in Europa en
mensen over de hele wereld.
De stijlen van
de biljetten zijn gebaseerd op de zeven perioden in de cultuurgeschiedenis van
Europa, te weten:
Klassiek voor het
biljet van € 5,
Romaans voor €
10,
Gotisch voor €
20,
Renaissance voor €
50,
Barok & Rococo
voor het biljet van € 100,
het
tijdperk van IJzer & Glas voor €
200
en voor het
biljet van € 500 de Moderne Architectuur van de 20e
eeuw.
Naast de
eerder genoemde symbolen en stijlen, verschilt ook elk biljet in kleur en
grootte. Hoe hoger de waarde, hoe groter het
biljet.
Ook heeft elk biljet een andere kleur: grijs voor het €
5 biljet, rood
voor het € 10 biljet, blauw
voor het €20 biljet , voor het € 50 biljet oranje, voor het
biljet van € 100 werd er gekozen voor groen, voor het €
200 biljet de geel-bruine
kleur en voor het biljet van € 500 paars.
Het is de
bedoeling dat om de zeven à acht jaar een nieuwe serie bankbiljetten verschijnt.
Op het moment, wordt er gewerkt aan de nieuwe serie biljetten. Het wordt een
herontwerp van de eerste serie. Het thema ‘bruggen en poorten’ blijft hetzelfde,
even als de kleuren, maar toch zal iedereen in één oogopslag zien dat het om een
nieuwe serie biljetten gaat.
Bij het
ontwerpen van de biljetten wordt goed rekening gehouden met de
gebruikersvriendelijkheid, of de biljetten langer schoon blijven en natuurlijk
de echtheidskenmerken. Extra aandacht is gegeven aan de blinden en de
slechtzienden, zodat zij de biljetten ook goed kunnen
herkennen.
Voor de nieuwe
serie biljetten geldt dat er verbeterde productietechnieken en materialen worden
gebruikt, dit is om de biljetten beter te beschermen tegen namaak. Deze nieuwste
serie van de biljetten zal binnen 2 en 4 jaar snel in Europa
verschijnen.
Neemt
u na het lezen van dit artikel eens de moeite om een eurobiljet nader te
bekijken, want het wordt makkelijker uitgeven dan de tijd dat het nodig was om
de biljetten te ontwerpen.