Versleten schoolbanken, betere prestaties?
Van onze verslaggever Dianne van der Lans
Heerhugowaard - De verschillen in onderwijs tussen de landen in Europa zijn erg groot. Zoveel vakantie uren als de Spaanse kinderen krijgen, zo weinig wordt er aan een goed schoolgebouw besteed in Polen. Schoolsystemen, schoolvakanties en onderhoud van schoolgebouwen en lokalen in Nederland, Spanje en Polen verschillen nogal. Is het schoolsysteem in Polen daarmee zoveel slechter of heeft men een heel verkeerd beeld van dit land?
Waar zitten nu de verschillen in de schoolsystemen tussen Polen en Nederland? De Poolse kinderen beginnen met school op hun zesde. Tot halverwege de basisschool hebben ze één vaste leraar. Daarna krijgen ze verschillende vakken met verschillende leraren zoals we dat in Nederland kennen op de middelbare school. Daarmee zijn de verschillen nog niet compleet. In Polen gaan de kinderen na de basisschool eerst tot hun zestiende naar de middenschool om vervolgens te beginnen met het middelbaar onderwijs zoals wij dat kennen. Na de middenschool kunnen leerlingen er voor kiezen om een vervolgopleiding te starten of te stoppen met school, want de leerplicht geldt maar tot 16 jaar. Wordt de keuze gemaakt voor een vervolgopleiding dan is er vaak nog een toegangsexamen nodig om tot de school toegelaten te worden. Discipline en goede prestaties staan voorop in Polen. Er wordt weinig aandacht besteed aan het onderhoud en de verzorging van de schoolgebouwen. Deze zijn vaak kaal en grauw.
Een ander groot verschil is dat de leraren in Polen grotendeels de inhoud van de lessen bepalen. Leerlingen schaffen de boeken aan die de leraar voorschrijft. Kan het zo zijn dat de schoolboeken die de leraar voorschrijft uiteindelijk bepalend zijn voor de prestaties van de school ten opzichte van scholen met andere boeken? Waarschijnlijk niet, omdat de overheid de eindtermen bepaald en de examens landelijk zijn. En hoe zit het met het Spaanse schoolsysteem?
In Spanje hebben ze nagenoeg hetzelfde schoolsysteem als in Nederland. Het schoolgeld ligt wel aanzienlijk lager en de leeftijd waarop de Spaanse scholieren de overstap maken naar de middelbare school ligt rond de 14 jaar. Het middelbaar onderwijs wijkt niet veel af van dat in Nederland. Een positieve afwijking van het Nederlandse systeem is het aantal weken zomervakantie dat de scholieren in Spanje hebben. Maar liefst 11 weken ten opzichte van de schrale 7 weken in Nederland.
Opvallend is ook dat veel meer Spaanse leerlingen kiezen voor het voortgezet algemeen onderwijs dan voor het voortgezet beroepsonderwijs. In Nederland is dat percentage 50/50. De opleidingsmogelijkheden zijn in Nederland wat uitgebreider. Kiest men in Spanje voor twee vormen van onderwijs, in Nederland kennen we de richtingen kader/basis/GL/TL voor het vmbo en havo/atheneum/gymnasium. Ook in Spanje geldt een leerplicht tot 16 jaar.
De Nederlandse jongeren zitten het langst verplicht in de schoolbanken. De leerplicht is in 2007 van 16 naar 18 jaar gegaan.
Kunnen we daaruit de conclusie trekken dat langer op school zitten tot betere prestaties lijdt?
Het prestatieniveau van de Nederlandse scholieren is de laatste jaren flink gedaald. Was Nederland vroeger een van de beste onderwijslanden in Europa. Uit cijfers blijkt dat we nu tot de middenmoot behoren. Niet alleen voor wat betreft het prestatieniveau maar ook het uithoudingsvermogen van de Nederlandse scholieren is matig. De feiten vertellen dat het Poolse systeem de leerlingen het best weet te motiveren. Slechts 5% van de scholieren in Polen verlaten de school voortijdig. Het hoogst ligt dat percentage in Spanje (31%). Met een percentage van 11% zit Nederland in de middenmoot. Of deze percentages worden veroorzaakt door de goede boeken van de leraar in Polen of het heerlijke zonnige klimaat in Spanje laat zich raden. Het langer zitten in de schoolbanken lijkt niet bij te dragen tot betere prestaties.